-
1 expert job
vakkundig/bekwaam uitgevoerde job/klus; werkje voor een expert -
2 expert
adj. gespecialiseerd, ervaren--------n. specialist, een geleerd iemandexpert1[ ekspə:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 expert ⇒ deskundige, vakman, specialist♦voorbeelden:an expert at/in • een expert in————————expert2〈bijvoeglijk naamwoord; expertness〉1 bedreven ⇒ deskundig, bekwaam♦voorbeelden:expert job • vakkundig/bekwaam uitgevoerde job/klus; werkje voor een expertshe is expert at/in • zij is een expert in
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский